Steeds meer mensen laten zuivel staan en vanuit de orthomoleculaire visie is dat best een goed idee. Zeker als je last hebt van je darmen! Ik wil graag uitleggen waarom het een goed idee kan zijn om zuivel te vermijden bij darmklachten.
De meeste mensen die last hebben van hun darmen, voelen wel dat er een link is met eten maar komen er lang niet altijd achter waar ze klachten van krijgen. Dat kan ook best een ingewikkeld plaatje zijn waarbij bijvoorbeeld stapeling van FODMaP’s een rol kan spelen, of een allergie, een intolerantie, voeding die van nature prikkelend is op de darmen of een combinatie van alles. Daardoor is het vermijden van zuivel dan ook niet voor iedereen met darmklachten dé oplossing om volledig klachten vrij te worden. Maar zelfs dan is het tóch handig om zuivel te laten staan.
Zuivel
Onder zuivel versta ik voor dit artikel alles wat van koe-, geit- en schapenmelk gemaakt is. Er is wel wat verschil tussen melk van de verschillende diersoorten, daar kom ik zo op terug. Voor de duidelijkheid: het gaat niet alleen om melk, maar ook om kaas, vla, slagroom, kefir en zelfs yoghurt met fijne bacteriën.
Er zijn 2 verschillende stoffen die in melk zitten en die elk op een eigen manier op een gevoelige darm kunnen werken. Het gaat om het melksuiker a.k.a. lactose en om het melkeiwit.
Melksuiker: lactose intolerantie
In melk (ook van geiten en schapen) zit een specifiek soort suiker dat lactose heet. Lactose wordt in de darm afgebroken door het enzym lactase. Als het afgebroken is, kan het daarna door de darm opgenomen worden. Als je het enzym lactase niet hebt, blijft de lactose dus lekker in de darm en zorgt voor klachten. Dit heet lactose intolerantie. De verschijnselen variëren van misselijkheid, gasvorming, winderigheid, krampen tot diarree.
Het is bekend dat de meeste mensen uit landen rondom de Middellandse zee, Azië, Afrika, het Midden-Oosten en Noord- en Zuid-Amerika lactose intolerant zijn. Zij hebben het enzym wel als baby, maar niet meer als volwassene. Deze mensen kunnen dan ook geen melk verdragen, maar vaak wel kleine hoeveelheden kaas en yoghurt omdat daar weinig lactose in zit. Sommige mensen met lactose intolerantie zijn echter zo gevoelig dat ze echt geen spoortje lactose kunnen verdragen.
Lactose intolerantie in Nederland
In onze regio blijft bij de meeste mensen het enzym lactase wél actief en daardoor kunnen zij ook als volwassene nog melk drinken. Toch zijn er zat mensen in Nederland die lactose intolerant zijn. De cijfers over het voorkomen van lactose intolerantie lopen nogal uit een: van 2 tot 6% van de bevolking. Uitgaande van 17 miljoen inwoners zijn dat tussen de 340.000 en ruim 1 miljoen mensen. Of je lactose intolerantie hebt, kan getest worden met een waterstofademtest. Als je het hebt, zijn je darmproblemen vaak volledig opgelost door het vermijden van lactose.
Melksuiker: lactose als FODMaP
Ook als je geen lactose intolerantie hebt, kan je er op reageren omdat lactose ook een FODMaP is. FODMaP’s zijn eigenlijk heel gezond, maar een prikkelbare darm is een beetje de weg kwijt en kan overgevoelig reageren op lactose. Hoe gevoelig je er voor bent is persoonlijk. Het kan zijn dat je lactose arme voeding zoals harde kaas en yoghurt wel goed kan verdragen, maar melk niet.
Als jouw probleem het melksuiker lactose is, dan zou je in principe wel lactose vrije melk kunnen nemen. Waar je dan nog wel rekening mee moet houden is het melkeiwit…
Melkeiwit
Melkeiwit is eigenlijk een groep verschillende eiwitten. Er is geen enkel zuivelproduct waarin geen melkeiwit zit, ook lactose vrije melk bevat melkeiwit. Waar het meest om te doen is, is het melkeiwit caseïne. Er is een hoop tegenstrijdig bewijs rondom caseïne. Waarschijnlijk komt dat doordat er verschillende soorten caseïne eiwit zijn en nog niet zo lang bekend is dat deze hele verschillende effecten op de gezondheid kunnen hebben.
In geiten- en schapenmelk zit ook caseïne, alleen wel vaak van een ander type dan koemelk. Dit gaat daarom bij sommige mensen wel goed terwijl ze geen koemelk kunnen verdragen.
A1 en A2 melk
Voor nu wil ik het vooral hebben over koemelk omdat dat het meest gebruikt wordt. De bekendste varianten van caseïne eiwit uit koemelk worden A1 en A2 genoemd. In feite gaat het om een klein verschil in het DNA van koeien; sommige koeien maken melk met caseïne A1 eiwit, sommigen met allebei de soorten en anderen alleen met caseïne A2 eiwit. Van de buitenkant kan je niet zien welke koe A1, gemengde of A2 melk geeft. De melk ziet er verder ook allemaal hetzelfde uit en smaakt hetzelfde, maar het effect op ons lichaam is wel anders.
De bottom-line is dat A1 caseïne-eiwit voor een verergering van maag- en darm klachten kan zorgen, ontsteking in de darm kan verergeren en zelfs je mentale snelheid en nauwkeurigheid kan verminderen. Wow! Terwijl A2 eiwit dit niet doet. Het lijkt er op dat dit een algemeen effect is dat voor iedereen geldt.
Overigens zijn er ook nog veel dingen onbekend rondom A1/ A2 melk en is meer onderzoek dus zeker nog nodig. Op basis van wat er al wel bekend is, ben ik er in ieder geval voorstander van om A1 melk voorlopig te vermijden. Zéker als je bekend bent met darmklachten. Maar, gezien de rol van de darmen en ontsteking in álle aandoeningen, geldt het eigenlijk voor iedereen.
A2 melk kopen
Wat koop je dan in de supermarkt? In Nederland bevat de normale melk in de supermarkt A1 of een mengsel van A1/A2 caseïne. Er zijn wel steeds meer plekken waar je A2 melk kan kopen. Het fijne is dat de meeste van deze A2 melk komt van boeren die hele bewuste keuzes maken. Deze koeien zijn vaak ook nog gras gevoerd en goed behandeld. Daardoor zijn de vetten in de melk ook nog beter dan van normale melk waarvan de koeien ook mais en soja gevoerd krijgen. Ook in sommige supermarkten is A2 melk te koop. Of deze supermarkt-A2-melk van dezelfde bewuste boeren komt, weet ik niet.
Allergie voor melkeiwit
Om het nog iets ingewikkelder te maken kan je ook nog allergisch óf vertraagd allergisch zijn voor melkeiwit. Naast caseïne eiwit zijn er in melk nog een paar andere eiwitten waar je allergisch op kan reageren. Dit kan voor zowel koemelkeiwit, geitenmelkeiwit áls schapenmelkeiwit. Als je voor de één allergisch bent, wil dat niet persé zegen dat het voor de anderen ook geldt. Al lijken de eiwitsoorten wel dusdanig veel op elkaar dat je vaak wel gevoeliger bent om voor alle melksoorten een allergie te ontwikkelen.
Klassieke allergie
Allergie werkt in je lichaam weer via een ander mechanisme dan alles wat hierboven beschreven staat. Of je allergisch bent kan je testen met een huidtest of een bloedtest. Bij een allergie reageert het immuunsysteem met hoge IgE waarden, hoge aanmaak van histamine en klassieke allergische reacties zoals zwelling en roodheid. De plek waar dit naar voren komt kan verschillen.
Van een melkeiwit allergie kan je huidklachten krijgen zoals galbulten of eczeem. Luchtwegklachten komen ook voor zoals een astma-aanval, hoesten, niezen, ontstoken neusslijmvlies etc. De maag en darmen kunnen reageren met zo’n beetje alles wat je maar kan verzinnen: buikpijn, misselijkheid, diarree, verstopping, ontsteking, etc., etc.
Vertraagde allergie
Bij een vertraagde allergie reageert het immuunsysteem met hoge IgG waarden. De reacties hierop kunnen variëren van hoofdpijn tot darmklachten tot uitslag tot spierpijn. Deze reacties treden 1 tot 3 dagen na het eten van het voedingsmiddel op. Meestal heb je geen enkel idee dat dit speelt. De enige manier om er achter te komen of je vertraagde allergieën hebt is via een bloedtest die de IgG waardes meet.
Dit is (nog) geen reguliere test en van oudsher is er veel discussie over welke meetmethode nou wel of niet iets zegt over een reactie op een voedingsmiddel. Ondertussen zijn er ook onderzoeken die wel degelijk een relatie aantonen tussen de IgG waardes en diverse lichamelijke klachten, waaronder prikkelbare darm en darmontstekingen zoals colitis ulcerosa. In de praktijk blijkt dat 80% van de mensen een allergie ontdekt waar ze het bestaan niet hadden vermoed en vaak ook voor onverwachte extra resultaten zorgt. Zo bleek bij één klant tomaat voor een hele onrustige huid te zorgen!
Andere mogelijke effecten van zuivel
Zuivel komt verder soms nog in opspraak rondom kanker en diabetes, maar op beide vlakken ligt de rol van zuivel erg genuanceerd.
Zo zijn er aan de ene kant duidelijke aanwijzingen dat zuivel een risicofactor is voor het ontstaan van kanker in het laatste deel van de darm en de kans op prostaat kanker verhoogt. Aan de andere kant lijkt er een beschermend effect van zuivel op borstkanker te bestaan.
De relatie tussen kanker en zuivel is complex. Aan de ene kant omdat er veel verschillende zuivelproducten bestaan en de melk per regio anders kan zijn. Aan de andere kant omdat er zo veel verschillende vormen van kanker zijn en het ontstaan van kanker een enorm complex geheel is waar waarschijnlijk nooit 1 factor ‘de oorzaak’ is. Laat ik in dat kader dan ook noemen dat ook andere voedingsfactoren, lichaamsbeweging en stress invloed hebben.
Onderzoek naar de rol van zuivel bij diabetes
Tenslotte wordt er momenteel veel onderzoek gedaan naar de rol van zuivel, en vooral van A1 caseïne, als risicofactor bij het ontstaan van diabetes type 1. Terwijl er ook bewijs is voor een beschermend effect van zuivel tegen het ontstaan van diabetes type 2 en het ondersteunen van een goede bloedsuikerspiegel als er al diabetes type 2 is. Ook hier zijn nog veel vragen en is het allemaal veel complexer dan we wellicht zouden willen. Wat me op het gebied van diabetes type 2 wel opvalt, wellicht niet geheel toevallig, is dat er speciaal aandacht is voor de rol van de bacteriën in gefermenteerde zuivelproducten. Daarmee komen we dan toch weer terug in de darmen!
Wat betekent dit voor jou?
Al met al zijn er een aantal hele specifieke redenen waarom zuivel darmklachten kan veroorzaken en die persoonlijk zijn: zoals de lactose intolerantie en de allergie en de vertraagde allergie voor melkeiwit. Dit kan je onderzoeken en uitsluiten.
Daarnaast zijn er algemene redenen om zuivel te laten staan, of in ieder geval enorm veel minder te gaan eten, zeker als je last hebt van je darmen. Vooral het effect van A1 caseïne is hier een voorbeeld van en ook lactose als FODMaP kan een rol spelen.
Omdat zuivel op zo veel verschillende vlakken voor klachten kan zorgen én doorgaans erg veel gegeten wordt, adviseer ik in de praktijk altijd om zuivel eens een tijdje te laten staan. Zo creëer je rust en van daaruit kan je na een paar weken eens gaan experimenteren met wat lactose arme producten als harde kaas of yoghurt van A2 melk.
Mijn ervaring is dat het weglaten van zuivel, in combinatie met een paar andere belangrijke adviezen, voor de meeste klanten met darmklachten essentieel is om de behandeling te laten slagen.
Conclusie
Tijdens een behandeling voor darmklachten speelt zuivel dus een prominente rol en ben ik voorstander van het vermijden van zuivel.
Verder is zuivel wat mij betreft geen absolute no go, maar blijft het wel een zeer bescheiden plaats innemen in het totale eetpatroon. De voorkeur qua koezuivel ligt dan overduidelijk bij zuivel van A2 melk van gras gevoerde, biologisch dynamisch gehouden koeien. Van de zuivel producten zijn gefermenteerde producten dan favoriet: kefir en yoghurt. Daarna komt kaas en als laatste ‘pure’ melk. Ik zie zuivel als lekker voor de afwisseling, maar niet voor elke dag en zeker niet in de hoeveelheden die het Voedingscentrum aanbeveelt.
Daarnaast ben ik ook groot voorstander van variatie en raad ik altijd aan om voor de afwisseling te kiezen voor geitenkaas of – yoghurt en schapenkaas of –yoghurt. Ook hier geldt dat de beste producten van dieren komen die zo natuurlijk mogelijk geleefd en gegeten hebben: dus gras gevoerd en biologisch dynamisch is de beste keus.
Overzicht van gebruikte bronnen voor dit artikel
Bronnen:
1. www.cbs.nl
2. www.allergieplatform.nl
3. www.zuivelengezondheid.nl
4. https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/27039383: Nutr J. 2016 Apr 2;15:35. doi: 10.1186/s12937-016-0147-z. Effects of milk containing only A2 beta casein versus milk containing both A1 and A2 beta casein proteins on gastrointestinal physiology, symptoms of discomfort, and cognitive behavior of people with self-reported intolerance to traditional cows’ milk. Jianqin S1 et al.
5. https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/28916574 : Adv Nutr. 2017 Sep 15;8(5):739-748. doi: 10.3945/an.116.013953. Print 2017 Sep. Systematic Review of the Gastrointestinal Effects of A1 Compared with A2 β–Casein. Brooke-Taylor S1et al.
6. https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/24986816: Eur J Clin Nutr. 2014 Sep;68(9):994-1000. doi: 10.1038/ejcn.2014.127. Epub 2014 Jul 2. Comparative effects of A1 versus A2 beta-casein on gastrointestinal measures: a blinded randomised cross-over pilot study. Ho S1 et al.
7. https://www.voedselallergie.nl/allergenen/melk.html
8. https://www.greatplainslaboratory.com/articles-1/2015/11/13/clinical-usefulness-of-igg-food-allergy-testing-1
9. https://www.wcrf.org/dietandcancer/exposures/meat-fish-dairy
10. https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pmc/articles/PMC5518798/: Nutr Diabetes. 2017 May; 7(5): e274.
11. Published online 2017 May 15. doi: 10.1038/nutd.2017.16. A1 beta-casein milk protein and other environmental pre-disposing factors for type 1 diabetes. J. S. J. Chia et al.
12. https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pmc/articles/PMC4424779/: Adv Nutr. 2015 May; 6(3): 245–259.
13. Published online 2015 May 7. doi: 10.3945/an.114.007690. Dairy Foods and Dairy Proteins in the Management of Type 2 Diabetes: A Systematic Review of the Clinical Evidence1,2
14. Gonca Pasin and Kevin B Comerford.
Wil je grondig met je darmklachten aan de slag?
Begin dan met het Oerwijz Darmherstelplan
Lees ook
0 reacties